_19_25.png)
Vinetiq SelectionIn 2010 werden de gronden voor de wijngaard in Quévy-le-Grand, bij Bergen aangekocht. In 2011 begon de aanplant en dan is het nog drie jaar wachten op de eerste druifjes. Die zijn dan nog gering in aantal, want pas vanaf het vijfde jaar is de plant volwassen. Na de oogst is er nog twee tot drie jaar werk voor je de mousserende wijn kunt verkopen. De allereerste oogst leverde 20.000 flessen op, nu zijn het er al meer dan 100.000 stuks. Een belangrijk obstakel was het vinden van medewerkers met de juiste vaardigheden en ervaring voor het werk in de wijngaard. Je plukt daarvoor niet zomaar iemand van straat. Daarom deed Filip de eerste jaren alles zelf: wijnstokken planten, onderhoud, snoeien, sproeien, de afrastering zetten … Het is tegelijk een troef dat Filip in de wijngaard zelf alles kan.
Werken met de vertrouwde druiven uit Frankrijk Voor de aanplant koos Filip hoofdzakelijk de Chardonnay-druif (97 %). ‘Omdat ik die ken van in Frankrijk en omdat ik graag Blanc de Blancs van Chardonnay drink’, klinkt het. Te veel Pinot wil hij niet, want die druif heeft veel meer rijping nodig en dat is in het Belgische cool climate nog moeilijker dan in de champagnestreek. Er kwam wel een beperkte hoeveelheid Pinot Noir (2 %) om met rode en witte wijn rosé te kunnen assembleren, gemiddeld in een verhouding van 10 % rood t.o.v. wit. En ook Pinot Blanc (1 %). Maar Pinot Meunier? ‘Die komt er niet’, zegt Filip stellig: het ras vergt extra werk in de wijngaard en zijn wijn wordt snel oud’.
Uitstekende mousserende wijnen maken heeft met volgehouden aandacht en inspanningen te maken, van het zoeken van de grond tot het bottelen van de fles.
Druiven plukken voor champagne (Frankrijk) moet met de hand gebeuren. Voor mousserende wijn (België) mag het machinaal: het plukken gaat sneller en efficiënter, en je spaart de kost van al te veel handenarbeid uit. In Chant d’Éole oogsten ze zo 2 tot 3 hectare wijngaard per dag.
Nog een vergelijking: de kalkgrond in Chant d’Éole is even goed als in Frankrijk. Je moet wel – samen in een perceel – de juiste klonen van de gewenste druivenrassen kiezen, zodat de plant optimaal bij de samenstelling van de grond past. In tegenstelling tot bij champagne volstaat het om mousserende wijn gedurende 12 maanden ‘sur lattes’ te leggen. Maar bij Chant d’Éole zijn ze veeleisend als het om kwaliteit en raffinement gaat. Daarom ligt de mousserende wijn met zijn lie er gedurende ten minste 15 maanden op latten te rijpen.
Het weer in de periode van eind mei tot eind juni is bepalend voor de kwaliteit van de bloemetjes. Een korte plensbui kan geen kwaad, maar twee weken regen aan een stuk, dat is echt niet goed. Tegelijk ligt de temperatuur dan het best tussen 18 en 25 graden. Het verschil tussen het cool climate in België en in Frankrijk is overigens gering als het over rijpheid gaat. De Waalse druiven zijn hooguit een week later rijp dan de Franse.
Het cool climate is het andere niet Daar in de buurt van Bergen laten ze niets aan het toeval over. Denk aan de ligging van het terrein, de samenstelling van de grond, de specifiek gekozen druivenrassen … En de windmolens van Quévy. Die zorgen voor een voortdurende zachte bries op de grond en jagen zo de vrieskou weg. Tegelijk inspireerden ze tot de naam van het domein, want een windmolen heet in het Frans ‘une éolienne’. Trouwens, Aeolus was in de Griekse mythologie de bewaarder van de winden. Het helpt allemaal.
